Hier is een set flashcards over fotosynthese en plantencellen voor de derde klas middelbare school: **Flashcard 1** *Vraag:* Wat is fotosynthese? *Antwoord:* Het proces waarbij planten, algen en sommige bacteriën licht gebruiken om kooldioxide en water om te zetten in glucose en zuurstof. **Flashcard 2** *Vraag:* Waar in de plant vindt fotosynthese plaats? *Antwoord:* In de bladgroenkorrels (chloroplasten) in de cellen van de bladeren. **Flashcard 3** *Vraag:* Welke twee stoffen zijn nodig voor fotosynthese? *Antwoord:* Lichtenergie, kooldioxide (CO₂) en water (H₂O). **Flashcard 4** *Vraag:* Wat is de belangrijkste opbrengst van fotosynthese? *Antwoord:* Glucose (suiker) en zuurstof. **Flashcard 5** *Vraag:* Waarom zijn bladgroenkorrels groen? *Antwoord:* Omdat ze het groene pigment chlorofyl bevatten dat licht in het blauwe en rode deel van het spectrum absorbeert en groen weerkaatst. **Flashcard 6** *Vraag:* Wat is de functie van de celwand in plantencellen? *Antwoord:* Het geeft structuur en stevigheid aan de cel. **Flashcard 7** *Vraag:* Noem een verschil tussen plantencellen en dierlijke cellen. *Antwoord:* Plantencellen hebben bladgroenkorrels en een grote centrale vacuole, terwijl dierlijke cellen dat niet hebben. **Flashcard 8** *Vraag:* Wat doet de vacuole in een plantencel? *Antwoord:* Het slaat water en opgeloste stoffen op en zorgt voor de stevigheid van de cel. **Flashcard 9** *Vraag:* Wat is de rol van de bladgroenkorrels bij fotosynthese? *Antwoord:* Ze bevatten chlorofyl dat licht opneemt en de energie gebruikt voor het maken van glucose. **Flashcard 10** *Vraag:* Wat is de chemische formule voor fotosynthese? *Antwoord:* 6 CO₂ + 6 H₂O + lichtenergie → C₆H₁₂O₆ + 6 O₂ **Flashcard 11** *Vraag:* Waarom is fotosynthese belangrijk voor het leven op aarde? *Antwoord:* Het produceert zuurstof en voedsel voor veel organismen. **Flashcard 12** *Vraag:* Welke organel in de plantencel is betrokken bij fotosynthese? *Antwoord:* De chloroplasten. **Flashcard 13** *Vraag:* Wat gebeurt er met de glucose die door fotosynthese wordt gemaakt? *Antwoord:* Het wordt gebruikt door de plant voor energie, groei, en opslag, of wordt omgezet in zetmeel. **Flashcard 14** *Vraag:* Hoe beïnvloedt lichtsterkte de fotosynthese? *Antwoord:* Meer licht zorgt meestal voor een snellere fotosynthese tot een bepaald punt. **Flashcard 15** *Vraag:* Welke factoren kunnen de fotosynthese beïnvloeden? *Antwoord:* Lichtintensiteit, temperatuur, kooldioxideconcentratie en waterbeschikbaarheid. Heeft u nog meer vragen of wilt u een andere set?

Zeker, hier is een set flashcards over fotosynthese en plantencellen, afgestemd op 3 VWO. **Flashcard Set: Fotosynthese en Plantencellen** **Flashcard 1:** * **Vraag:** Wat is de belangrijkste functie van een chloroplast in een plantencel? * **Antwoord:** Het uitvoeren van fotosynthese, waarbij lichtenergie wordt omgezet in chemische energie (glucose). **Flashcard 2:** * **Vraag:** Noem de twee hoofdprocessen die plaatsvinden tijdens de fotosynthese. * **Antwoord:** De lichtreactie en de donkerreactie (Calvin-cyclus). **Flashcard 3:** * **Vraag:** Wat zijn de drie eindproducten van de fotosynthese? * **Antwoord:** Glucose (voedsel voor de plant), zuurstof (O₂) en water (H₂O). **Flashcard 4:** * **Vraag:** Wat zijn de drie hoofdingrediënten (reactanten) die een plant nodig heeft voor fotosynthese? * **Antwoord:** Koolstofdioxide (CO₂), water (H₂O) en lichtenergie. **Flashcard 5:** * **Vraag:** Wat is de algemene vergelijking voor fotosynthese? * **Antwoord:** 6 CO₂ + 6 H₂O + lichtenergie → C₆H₁₂O₆ (glucose) + 6 O₂ **Flashcard 6:** * **Vraag:** In welk deel van de plantencel vindt fotosynthese plaats? * **Antwoord:** In de chloroplasten. **Flashcard 7:** * **Vraag:** Wat is het groene pigment in chloroplasten dat lichtenergie opvangt? * **Antwoord:** Chlorofyl. **Flashcard 8:** * **Vraag:** Welk gas neemt een plant op via de huidmondjes voor de fotosynthese? * **Antwoord:** Koolstofdioxide (CO₂). **Flashcard 9:** * **Vraag:** Welk gas geeft een plant af als bijproduct van de fotosynthese? * **Antwoord:** Zuurstof (O₂). **Flashcard 10:** * **Vraag:** Noem twee belangrijke verschillen tussen een plantencel en een dierlijke cel. * **Antwoord:** Een plantencel heeft een celwand en chloroplasten, een dierlijke cel niet. **Flashcard 11:** * **Vraag:** Wat is de functie van de grote centrale vacuole in een plantencel? * **Antwoord:** Het opslaan van water, voedingsstoffen en afvalstoffen, en het geeft stevigheid (turgor) aan de cel. **Flashcard 12:** * **Vraag:** Wat is de stevige, beschermende laag rondom een plantencel genoemd? * **Antwoord:** De celwand (meestal gemaakt van cellulose). **Flashcard 13:** * **Vraag:** Waarom zijn planten producenten in een ecosysteem? * **Antwoord:** Omdat ze hun eigen voedsel kunnen maken (glucose) via fotosynthese. **Flashcard 14:** * **Vraag:** Tijdens welk proces gebruiken plantencellen zuurstof om glucose af te breken voor energie? * **Antwoord:** Cellulaire respiratie (verbranding). **Flashcard 15:** * **Vraag:** Waarom zijn bladeren meestal breed en plat? * **Antwoord:** Om een groot oppervlak te creëren voor het opvangen van zoveel mogelijk licht.