Technische Gebruiksrichtlijn voor de X1000 Industriële Sensor 1. Inleiding Deze richtlijn beschrijft het correcte gebruik, onderhoud en veiligheidsvoorschriften voor de X1000 Industriële Sensor. Het apparaat is ontworpen voor gebruik in industriële productieomgevingen, met name onder hoge temperatuursomstandigheden. 2. Toepassingsgebied De X1000 is geschikt voor het detecteren en meten van fysieke parameters (bijvoorbeeld temperatuur, beweging) binnen productielijnen. Zorg dat de omgeving voldoet aan de specificaties: maximale bedrijfstemperatuur van 150°C, stabiele stroomvoorziening en compatibele aansluitingen. 3. Installatie - Plaats de sensor op een stabiele, goed bereikbare locatie, uit de buurt van directe hittebronnen tenzij de sensor specifiek daarvoor geschikt is. - Sluit de voedingskabel aan volgens de bedradingstekeningen in bijlage A. - Controleer of alle aansluitingen stevig vastzitten en geen beschadigingen vertonen. 4. Bediening - Zet de sensor aan via de schakelaar op de behuizing. - Configureer indien nodig via het instelmenu (raadpleeg de gebruiksinterfacehandleiding in bijlage B). - Voor optimale prestaties, kalibreer de sensor volgens de instructies in bijlage C. 5. Gebruiksscenario's in hoge temperatuur - Zorg dat de sensor voldoende gekoeld wordt indien de omgevingstemperatuur de maximale specificatie overschrijdt. - Vermijd blootstelling aan chemische stoffen die de behuizing kunnen aantasten. - Gebruik de sensor uitsluitend binnen de gespecificeerde parameters. 6. Veiligheidsinstructies - Draag altijd beschermende handschoenen en een veiligheidsbril tijdens installatie en onderhoud. - Schakel de sensor uit en ontkoppel de voedingskabel voordat u aan de interne onderdelen werkt. - Vermijd contact met de elektrische connectoren bij stroomtoevoer. - Bij defecten of ongewone werking, schakel de sensor onmiddellijk uit en neem contact op met de technische dienst. 7. Onderhoud - Voer maandelijks een visuele inspectie uit op beschadigingen, corrosie of vuil. - Reinig de sensor na gebruik met een zachte, droge doek of een licht vochtige doek indien nodig. - Vermijd agressieve reinigingsmiddelen die de behuizing kunnen aantasten. - Controleer de aansluitingen en vervang beschadigde onderdelen indien nodig. 8. Probleemoplossing - Sensor niet actief: controleer de stroomvoorziening en aansluitingen. - Onjuiste metingen: kalibreer de sensor opnieuw volgens bijlage C. - Fysieke schade: schakel uit en vervang indien nodig. 9. Documentatie en rapportage - Documenteer alle onderhoudsactiviteiten en eventuele storingen. - Meld defecten aan de technische afdeling volgens de interne procedures. Bijlage A: Bedradingsschema Bijlage B: Gebruiksinterfacehandleiding Bijlage C: Kalibratieprocedure Voor verdere vragen of technische ondersteuning neem contact op met de technische dienst. **Veiligheidswaarschuwing:** Onjuist gebruik kan leiden tot beschadiging van de sensor of gevaar voor de gebruiker. Volg altijd de richtlijnen nauwkeurig.

### TECHNISCHE GEBRUIKSRICHTLIJN **Apparaat:** X1000 Industriële Sensor **Doelgroep:** Technisch personeel (onderhoudsmonteurs, procesoperators) **Documentversie:** 1.0 --- ### 1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 1.1 **Verplichte Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM):** - Hittebestendige handschoenen (minimaal klasse 2, EN 407) - Gesloten veiligheidsbril met zijafscherming (EN 166) - Hittewerende bedrijfskleding bij temperaturen >60°C 1.2 **Operationele Veiligheidsmaatregelen:** - Alleen gebruiken in geaard stopcontact (IP67) - Niet blootstellen aan temperaturen boven 120°C - Vermijd direct contact met bewegende machineonderdelen - Waarschuwingsbord plaatsen bij kalibratiewerkzaamheden --- ### 2. TECHNISCHE SPECIFICATIES **Bereik:** -40°C tot +150°C **Nauwkeurigheid:** ±0,5°C **Uitvoer:** 4-20 mA analoge signaal **Behuizing:** IP68 RVS 316L **Aansluiting:** M12 x 1 connector (4-pins) --- ### 3. INSTALLATIEPROTOCOL 3.1 **Montage:** - Monteer sensor op stabiele, trillingsvrije ondergrond - Gebruik bijbehorende RVS bevestigingsset (art.nr. X1000-MNT) - Houd minimale afstand van 15cm tot warmtebronnen 3.2 **Bedrading:** - Aansluiten volgens kleurcodering: * Rood: Voeding (+24V DC) * Zwart: Aarde * Blauw: Signaaluitgang * Groen: Reserve --- ### 4. OPERATIONELE PROCEDURES 4.1 **Opstartprocedure:** 1. Visuele inspectie behuizing op beschadigingen 2. Controleer aansluitingen op corrosie 3. Schakel voeding in (24V DC ±10%) 4. Wacht 2 minuten voor stabilisatie 4.2 **Kalibratie:** - Uitvoeren bij 25°C omgevings temperatuur - Gebruik ijkstandaard met NIST-certificaat - Kalibratie-interval: 6 maanden --- ### 5. ONDERHOUDSPROTOCOL 5.1 **Maandelijkse Inspectie:** - Controleer meetnauwkeurigheid bij 3 referentiepunten - Inspecteer kabelmantel op smeltverschijnselen - Verifieer IP-classificatie met druktest 5.2 **Reinigingsprocedure:** - Na elk gebruik afkoelen tot <40°C - Reinigen met isopropylalcohol 70% - Gebruik enkel lintvrije doeken (geen perslucht!) --- ### 6. STORINGSDIAGNOSE **Foutcode E1:** Over temperatuur → Controleer koeling **Foutcode E2:** Signaalverlies → Controleer bedrading **Foutcode E3:** Kalibratiefout → Herijk sensor --- ### 7. OPSLAGVOORSCHRIFTEN - Bewaren in originele verpakking - Temperatuurbereik: -20°C tot +50°C - Relatieve vochtigheid: <80% niet-condenserend --- ### 8. AFVALVERWIJDERING - Volgens WEEE-richtlijn 2012/19/EU - Scheiden als elektronisch afval (EEP-code: 16 02 13) *Deze handleiding voldoet aan Machinerichtlijn 2006/42/EG en ATEX-richtlijn 2014/34/EU* Voor technische ondersteuning: 📞 +31(0)123-456789 ✉ support@sensorx1000.nl 🌐 www.sensorx1000.nl/docs