Natuurlijk! Hier is een gedetailleerde wedstrijdstrategie voor gevorderde trampolinespringen, afgestemd op jouw sterke punten en zwakke punten, gericht op het FIG individueel wedstrijdformaat. **1. Routinekeuze en samenstelling** - **Focus op veelzijdigheid:** Kies een routine die je sterke draai-elementen bevat, zoals dubbele en drievoudige draaiingen, om je moeilijkheidsgraad te verhogen en je scorepotentieel te maximaliseren. - **Balans tussen risico en beheersbaarheid:** Plan een routine met een goede balans tussen hoge moeilijkheid en beheersbare landingen. Vermijd te complexe combinaties die je inconsistent maken. - **Variatie en presentatie:** Voeg afwisseling toe in je sprongen om beoordelaars te imponeren en je routine divers te maken. **2. Tempo en uitvoering** - **Consistent tempo:** Spring met een gestage, gecontroleerde snelheid die je in staat stelt je draai- en sprongtechniek te behouden. Vermijd haasten, wat je inconsistente landingen kan verergeren. - **Kracht en controle:** Focus op gecontroleerde take-offs en landingen, vooral bij zware draai-elementen. Gebruik je sterke draai-vaardigheden om vloeiend en precies te draaien. **3. Risicobeheer en landingen** - **Landingsstrategie:** Gezien je landingszwakte, plan je routine met voldoende landingsruimte en focus op controle. Gebruik technieken zoals het voorbereiden van een juiste landingspositie en het absorberen van impact. - **Beheersing van sprongen:** Voer je moeilijkste sprongen uit wanneer je zeker bent van je techniek, vooral in de laatste sprongen om je score te maximaliseren zonder onnodig risico. - **In case of fall:** Weet dat het beter is om een veilige landing te maken dan te forceren, en plan je routines zo dat je bij twijfel een minder risicovolle sprong kan uitvoeren. **4. Voorbereiding en rituelen** - **Mentale voorbereiding:** Visualiseer je routine meerdere keren vóór de wedstrijd. Focus op het behouden van rust en concentratie. - **Fysieke voorbereiding:** Doe dynamische rekoefeningen en lichte krachttraining om je spieren klaar te maken voor de sprongen. - **Rituelen:** Ontwikkel consistente rituelen voor en tijdens het opwarmen (bijvoorbeeld ademhalingsoefeningen, specifieke opwarmingen) om je focus te versterken. **5. Tijdens de wedstrijd** - **Timing en ritme:** Houd een kalm en gecontroleerd ritme aan tijdens je opbouw en uitvoering. Gebruik je sterke draai-vaardigheden om je routine vloeiend te laten verlopen. - **Aanpassen indien nodig:** Wees flexibel; als je merkt dat een sprong niet goed gaat, pas je routine aan door minder risicovolle sprongen uit te voeren. **6. Evaluatie na de prestatie** - **Directe analyse:** Noteer wat goed ging en wat niet, vooral met betrekking tot landingen en draai-uitslagen. - **Video-analyse:** Bekijk je sprongen om technische details te verbeteren. - **Mentale reflectie:** Herhaal positieve aspecten en identificeer verbeterpunten voor toekomstige wedstrijden. **7. Aanpassen aan beoordelingscriteria en wedstrijdformaten** - **Focus op moeilijkheidsgraad:** In FIG-wedstrijden waardeert men hoge moeilijkheid, dus probeer je moeilijkste elementen onder controle te krijgen. - **Precisie en controle:** Landingen en uitvoering kunnen zwaarder wegen bij bepaalde beoordelaars. Besteed extra aandacht aan landingscontrole en vloeiendheid. - **Tijdmanagement:** Zorg dat je routine binnen de toegestane tijd blijft, vooral bij wedstrijden met tijdslimieten. **Samenvatting:** - Kies een routine met een goede mix van moeilijkheid en beheersbaarheid, vooral gericht op je sterke draai-vaardigheden. - Spring gecontroleerd en consistent met aandacht voor veilige landingen. - Plan je routine en rituelen zorgvuldig, en wees flexibel tijdens de wedstrijd. - Evalueer en verbeter je prestaties continu, en pas je strategie aan op basis van het beoordelingskader. Met deze tactieken maximaliseer je je scorepotentieel en verbeter je je prestaties, zelfs met je zwakkere landingsvaardigheden. Veel succes met je wedstrijd!

Zeker, hier is een gedetailleerde wedstrijdstrategie voor gevorderde trampolinespringers volgens het FIG-individuele formaat, afgestemd op jouw profiel: ### 1. Routinekeuze: Balans tussen moeilijkheid en consistentie - **Sterkte benutten (draaivaardigheden):** Kies routines met complexe draaibewegingen (bv. dubbel- of trippelschroeven) in de middelste sectie van je oefening, waar je het meest stabiel bent. Voorbeeld: Integreer een "Triffis" (dubbele achterwaartse salto met trippelschroef) om je D-score te verhogen. - **Zwakte compenseren (landingen):** Verminder het aantal hoog-risico-elementen in de afronding. Sluit af met een beweging die je consistent beheerst (bv. een enkele achterwaartse salto met halve schroef) om strafpunten te minimaliseren. Kies voor routines met een totale moeilijkheid (D-score) van 16.0-17.5 om veilig te blijven. ### 2. Tempo en Uitvoering - **Ritme behouden:** Houd een gematigd tempo aan – niet te snel om controle te verliezen, niet te traag om hoogte te verliezen. Focus op vloeiende overgangen tussen sprongen. - **Hoogte bewaken:** Gebruik je sterke draaivaardigheden om extra hoogte te genereren in de eerste sprongen, maar reserveer 20% energie voor de landing. ### 3. Risicobeheer - **Back-up plannen:** Bereid een vereenvoudigde routine voor (D-score ~15.0) voor het geval je tijdens de opwarming onzeker bent over je landingen. - **Progressieve opbouw:** Voer in de kwalificatieronde eerst een routine met lagere moeilijkheid uit om een stabiele score te garanderen. Pas in de finale de moeilijkheid aan indien je zelfvertrouwen hoog is. - **Veiligheidsmarge:** Vermijd experimentele elementen tijdens de wedstrijd. Train alternatieve landingsposities (bijvoorbeeld gebogen knieën bij onbalans) om nooit onder de 10.0 E-score te zakken. ### 4. Voorbereidingsrituelen - **Fysiek:** 30 minuten voor de wedstrijd: Dynamische rekoefeningen + 5 minuten lichte sprongen om landingen te "voelen". - **Mentaal:** Visualiseer elke sprong en landing 3x, vooral de laatste 2 elementen van je routine. Ademhalingsoefeningen (4-7-8 methode) om zenuwen te kalmeren. - **Materiaal:** Controleer de trampoline-vering vooraf en pas je afzet aan de hardheid/zachtheid aan. ### 5. Evaluatie na de prestatie - **Directe analyse:** Noteer binnen 1 uur: Welke landingen lukten wel/niet? Was de D-score optimaal? - **Score-optimalisatie:** Vergelijk je E-score (uitvoering) met de D-score (moeilijkheid). Streef naar een verhouding waarbij de E-score nooit onder 8.0 zakt, zelfs met hogere moeilijkheid. - **Langetermijnaanpassing:** Besteed 70% van je training de eerstvolgende 4 weken aan landingsdrills met videofeedback. ### 6. Aanpassing aan beoordelingscriteria - **FIG-specificaties:** Houd rekening met: - **Horizontale verplaatsing:** Minimaliseer dit tijdens draaibewegingen door je schouders gecentreerd te houden. - **Uitvoeringspunten:** Focus op gestrekte tenen en gesloten benen – dit compenseert eventuele kleine landingsfouten. - **Formaatflexibiliteit:** Bij "All-Around" wedstrijden: kies voor medium-risico routines. Bij "Super Final": maximaliseer de D-score alleen als je >80% consistentie in training hebt. ### 7. Specifieke tactieken voor scores - **E-score optimalisatie:** Train de eerste en laatste sprong het meest – deze blijven het best hangen bij de jury. - **D-score maximalisatie:** Concentreer complexe elementen in sprong 3-7 (midden) waar de hoogte het grootst is. - **Noodplan:** Bij een mislukte landing in de kwalificatie: direct overschakelen naar je back-up routine voor de volgende ronde. ### Belangrijkste focus: Je sterke draaivaardigheden kunnen 0.5-0.7 extra D-score punten opleveren, maar inconsistente landingen kosten vaak 0.3-0.8 E-score punten per fout. Kies daarom voor kwaliteit boven kwantiteit. Succes!