Natuurlijk! Hier is een reeks samenvattingsvragen over het tentamenonderwerp celbiologie om je te helpen de kernbegrippen en verbanden te herhalen en je begrip te verdiepen: 1. Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen prokaryote en eukaryote cellen? Noem minstens drie kenmerken. 2. Beschrijf de structuur en functie van het celmembraan en leg uit hoe het semi-permeabel is. 3. Welke organellen bevinden zich typisch in een eukaryote cel en wat zijn hun functies? 4. Hoe verschilt de functie van het endoplasmatisch reticulum (ER) van het Golgi-apparaat? 5. Wat is de rol van mitochondriën in de cel en waarom worden ze de ‘krachtcentrales’ genoemd? 6. Hoe vindt de synthese van eiwitten plaats in een cel? Beschrijf de stappen vanaf de transcriptie tot en met de translatie. 7. Wat is het verschil tussen ruw en glad endoplasmatisch reticulum? 8. Hoe zorgen lysosomen voor de afbraak van celafval en oude organellen? 9. Wat is het cytoskelet en welke functies vervult het in de cel? 10. Hoe verschillen celdeling bij mitose en meiose van elkaar? 11. Welke processen zorgen voor de regulatie van de celcyclus? 12. Wat is het belang van celcommunicatie en welke mechanismen worden hiervoor gebruikt? 13. Hoe dragen celorganellen bij aan de homeostase van de cel? 14. Wat is het verschil tussen chromatine en chromatide tijdens de celcyclus? 15. Hoe beïnvloeden mutaties in genen die coderen voor celbiologische eiwitten de celwerking en mogelijk de gezondheid? Deze vragen helpen je om de belangrijkste concepten en verbanden binnen de celbiologie actief te herhalen en je inzicht te verdiepen.

Zeker, hier is een reeks samenvattingsvragen over Celbiologie, ontworpen om de kernbegrippen actief te herhalen en je inzicht te verdiepen: ### Celstructuur en Organellen 1. Beschrijf de belangrijkste verschillen tussen een prokaryotische en een eukaryotische cel. 2. Noem de functies van de volgende organellen: kern, mitochondriën, endoplasmatisch reticulum (ruw en glad), Golgi-apparaat, lysosomen en peroxisomen. 3. Hoe werken het endoplasmatisch reticulum en het Golgi-apparaat samen bij de eiwitsynthese en -modificatie? 4. Wat is de functie van het cytoskelet? Noem de drie belangrijkste types en hun rol. ### Celmembraan en Transport 5. Beschrijf de vloeibare-mozaïekmodelstructuur van het celmembraan. Welke componenten zijn cruciaal? 6. Leg het verschil uit tussen passief transport (diffusie, osmose) en actief transport. 7. Wat zijn de verschillen tussen exocytose en endocytose? Noem een voorbeeld van elk proces. 8. Hoe houden ionenpompen (bijv. Na+/K+-ATPase) de rustmembraanpotentiaal in stand? ### Celenergie en Metabolisme 9. Wat is het ultieme doel van cellulaire ademhaling? Schrijf de algemene vergelijking op. 10. Beschrijf de locatie en de belangrijkste input/output van elke fase: glycolyse, citroenzuurcyclus en oxidatieve fosforylering. 11. Leg uit hoe de elektronentransportketen een protonengradiënt opbouwt en hoe dit leidt tot ATP-productie. 12. Wat is het doel van fotosynthese? Beschrijf kort de lichtreacties en de Calvin-cyclus. ### Celcommunicatie en Signaaltransductie 13. Noem de drie stadia van cellulaire signaaltransductie. 14. Wat is het verschil tussen paracriene, endocriene en autocrine signalering? 15. Leg uit hoe een G-eiwit gekoppelde receptor (GPCR) een signaal doorgeeft in de cel. 16. Hoe kan één signaalmolecule verschillende reacties oproepen in verschillende celtypes? ### Celcyclus en Celdeling 17. Noem de fasen van de celcyclus en beschrijf kort de belangrijkste gebeurtenissen in elke fase. 18. Wat is het doel van mitose? Beschrijf de stadia: profase, metafase, anafase en telofase. 19. Hoe verschilt meiose van mitose? Wat is het genetische gevolg van deze verschillen? 20. Welke controlepunten reguleren de celcyclus en hoe zorgen ze voor nauwkeurige celdeling? ### Eiwitsynthese en Genetica 21. Beschrijf het centrale dogma van de moleculaire biologie. 22. Leg de rollen uit van mRNA, tRNA en rRNA tijdens de translatie. 23. Wat is het verschil tussen transcriptie en translatie? Waar vinden ze plaats in een eukaryotische cel? 24. Hoe zorgt de cel voor eiwitten die bestemd zijn voor secretie of voor incorporatie in lysosomen? ### Onderzoeksmethoden en Technieken 25. Hoe werkt een lichtmicroscoop en wat is het scheidend vermogen? Hoe verschilt dit van een elektronenmicroscoop? 26. Wat is het principe achter centrifugatie en hoe wordt het gebruikt om cellulaire componenten te scheiden? 27. Leg uit hoe een Western blot wordt gebruikt om een specifiek eiwit aan te tonen. Veel succes met je herhaling! Probeer de vragen zonder aantekeningen te beantwoorden om je kennis echt te testen.