slogan3

Schrijf een intrigerend verhaal vanuit het perspectief van een onbetrouwbare verteller

description

Met deze prompt ontwikkel je je vaardigheden in het schrijven van complexe vertellingen en karakterontwikkeling. Het helpt je een verhaal te maken dat lezers uitdaagt om kritisch mee te lezen en zorgt voor een memorabele leeservaring door onverwachte wendingen. Het is een effectieve manier om spanning en diepgang toe te voegen die je verhalen onderscheiden van standaardvertellingen.

prompt

try_prompt

Schrijf een creatief verhaal vanuit het perspectief van een onbetrouwbare verteller. Vertel wie deze verteller is: <beschrijf de verteller>. Beschrijf de setting van het verhaal: <beschrijf waar ... more
generate_helper
disclaimerOnPageApi image_legal_disclaimer...

ai_answers

provider: openai
model: gpt-4.1-nano
Ik ben Marijke, en ik weet niet zeker of ik je alles moet vertellen. Soms vraag ik me af of mijn herinneringen kloppen, of dat ik mezelf gewoon voor de gek hou. Maar goed, ik woonde in dat kleine stadje hier, in de jaren negentig, weet je wel? Een plek waar iedereen elkaar kende en de straatverlichting altijd net een beetje te fel scheen. Het was een tijd van cassettebandjes, Tamagotchis en de eerste mobiele telefoons die je bijna niet kon vasthouden. Ik herinner me dat ik vaak ’s avonds door de straten liep, met mijn oude leren jas die mijn moeder altijd had gezegd dat ik niet moest weggooien. Op die avonden was er altijd dat ene café, “De Blauwe Vogel”, waar de oudere jongens zaten te roken en de jukebox altijd op hetzelfde nummer stond. Daar ontmoette ik Tom, die jongen met de sprekende ogen en de glimlach die ik niet kon doorgronden. Hij vertelde verhalen over reizen naar verre landen, over geheimen die hij nooit wilde delen, en ik geloofde hem. Of misschien niet allemaal. Misschien geloofde ik vooral dat hij me iets wilde vertellen dat ik niet mocht weten. Op een dag, geloof ik, verdween hij ineens. Niemand wist waar hij was, en mijn herinneringen aan dat moment zijn wazig. Soms denk ik dat ik hem heb zien vertrekken met een tas vol spullen, andere keren dat hij gewoon weg was zonder afscheid. Maar ik weet zeker dat ik hem nog wel eens heb gezien, later, op de markt, of in de supermarkt. Dat kan niet, toch? Of misschien was dat wel iemand die op hem leek. Mijn hoofd is zo verwarrend. En over dat huis aan de rand van het bos, waar ik ooit een keer heb gehoord dat iemand iets vreselijks had gedaan... Het was zo donker daar, en ik was er bijna nooit, behalve die ene keer dat ik per ongeluk verdwaalde. Daar hoorde ik fluisteringen, en ik zag schimmen tussen de bomen. Maar misschien was dat gewoon mijn verbeelding, of de schaduwen van de takken. Misschien was ik gewoon bang omdat het al laat was, en het donker mijn gedachten liet spelen. Nu ik er zo over nadenk, vraag ik me af of ik niet gewoon alles heb verzonnen. Misschien is mijn hele verhaal een samenraapsel van herinneringen die nooit echt hebben plaatsgevonden. Of misschien, heel misschien, was Tom helemaal niet die jongen met de sprekende ogen, maar iemand die ik heb bedacht omdat ik me eenzaam was. En dat huis? Dat was gewoon een oude schuur, geen geheimzinnig plek voor vreselijke dingen. Maar wacht eens… misschien is het allemaal wel anders. Misschien was Tom geen verzinsel, maar de man die nu nog steeds in dat huis woont, en die me ooit heeft verteld dat ik nooit moest terugkeren. En dat verhaaltje dat ik je nu vertel? Misschien is dat precies wat hij wil dat ik geloof. Want de waarheid, dat is altijd wat je niet wilt zien. En ik, ik blijf maar twijfelen. Want wie weet, wie weet echt wie ik ben, of wat ik herinner? Misschien is er helemaal niets te vertrouwen… behalve dat ik nooit zeker weet of ik de waarheid vertel, of dat ik gewoon mijn eigen sprookje blijf geloven.
provider: deepseek
model: deepseek-chat
Ik ben de spiegel die nooit liegt, behalve wanneer ik naar mezelf kijk. Mijn naam is Elara, en ik woon in dit muffe stadje waar de geur van natte kranten en oude peren altijd in de lucht hangt. Het is 1997, ik weet het zeker, want de videotheek heeft net 'Titanic' binnen en de jongens dragen broeken zo wijd dat ze er drie van zichzelf in kwijt kunnen. De waarheid is een glibberige vis geworden in mijn handen. Soms denk ik dat ik gisteren nog met Lotte in het park zat, haar rode haar glinsterend in de zon, terwijl we plannen maakten om naar de grote stad te vertrekken. Maar Lotte is al drie jaar weg. Of is het vier? Ze schrijft nooit, maar dat komt vast door die vreselijke man met de littekens die haar meenam in zijn zwarte auto. Of wacht – was het een busje? Vandaag loop ik naar de oude brug, waar het ijzeren hekwerk roestvlekken heeft als bloedspatten. Hier gebeurde het, denk ik. Hier zag ik hoe meneer Hofman iets in het water gooide. Een tas? Een lichaam? Hij keek recht naar me, zijn ogen twee zwarte gaten in zijn bleke gezicht. Toen draaide hij zich om en liep weg, zijn schouders opgetrokken alsof hij een onzichtbare last droeg. Mijn therapeut zegt dat ik moet opschrijven wat ik zeker weet. Maar wat weet ik zeker? Dat de bakker altijd een extra koekje in mijn zak stopt. Dat het standbeeld op het plein elke nacht een centimeter draait. Dat er soms een hand tussen de gordijnen van het verlaten huis aan de Kerkstraat verschijnt. Gisteren vond ik een sleutel in mijn jaszak. Een kleine, zilveren sleutel met een hartje erop gegraveerd. Ik herinner me niet waar hij vandaan komt, maar hij past op het slot van mijn oude dagboek. Het dagboek dat ik dacht te hebben verbrand toen ik zestien was. Toen alles veranderde. Ik open het nu, mijn handen trillen. De pagina's ruiken naar vergeten. En hier staat het, in mijn eigen handschrift, maar ik herken de woorden niet: "Vandaag heb ik gezien hoe ik Lotte van de brug duwde. Haar rode haar wapperde zoals de vlag op school. Ik rende weg, maar niet voordat ik de sleutel uit haar handen trok." De kamer begint te draaien. De sleutel brandt in mijn handpalm. Buiten klinkt gelach, en voor een moment is het haar lach. Altijd haar lach. En nu herinner ik me alles. Niet zoals het was, maar zoals ik wilde dat het was. Lotte die wegging, Lotte die me verliet. Maar Lotte is nooit vertrokken. Alleen haar lichaam deed dat, die dag in het water, terwijl ik toekeek en deed alsof ik iemand anders was. De spiegel liegt niet. Maar ik wel. Altijd. Vooral tegen mezelf.