Natuurlijk! Hier is een overzicht en advies voor het organiseren en beheren van dynamische omgevingen in Postman: 1. Organiseren van Variabelen: - Omgevingsvariabelen: - Gebruik deze voor variabelen die per omgeving verschillen, zoals basisURL, tokens, API-sleutels. - Bijvoorbeeld: `{{basisURL}}`, `{{token}}`. - Globale variabelen: - Gebruik deze voor variabelen die overal hetzelfde blijven of voor gedeelde gegevens tussen tests. - Bijvoorbeeld: algemene instellingen, testdata die niet per omgeving veranderen. 2. Omgevings- versus Globale Variabelen: - Omgevingsvariabelen: - Ideaal voor gegevens die verschillen per testomgeving (productie, staging, development). - Eenvoudig te wisselen door de actieve omgeving te veranderen. - Globale variabelen: - Handig voor gedeelde constants of data die je in meerdere omgevingen wilt gebruiken zonder aanpassingen. 3. Automatiseren van Omgevingswisselingen: - Gebruik Postman’s collectie runners met vooraf ingestelde omgevingen. - Maak meerdere omgevingen aan, bijvoorbeeld: - 'Development' met basisURL: `https://dev.api.example.com`, token: `devToken123` - 'Staging' met basisURL: `https://staging.api.example.com`, token: `stagingToken456` - 'Productie' met basisURL: `https://api.example.com`, token: `abc123` - Bij het uitvoeren van tests selecteer je eenvoudig de juiste omgeving. - Voor geavanceerde automatisering kun je ook Newman gebruiken met command-line arguments om automatisch te wisselen. 4. Best Practices: - Gebruik consistente naamgeving voor variabelen (`basisURL`, `token`). - Bewaar gevoelige gegevens zoals tokens in de omgevingsvariabelen, niet in de collectie. - Update variabelen snel via de omgeving editor zonder de collectie te hoeven aanpassen. - Documenteer de verschillende omgevingen en variabelen voor teamleden. Door je variabelen strategisch te organiseren en automatische wisseling te gebruiken, wordt je testproces efficiënter en minder foutgevoelig. Wil je hulp bij het instellen van specifieke omgevingen of variabelen in Postman?

Absoluut! Hier is een gestructureerd advies in het Nederlands voor het ontwerpen en beheren van je dynamische omgevingen in Postman. ### 1. Basisprincipe: Waarom Omgevingen? Postman-omgevingen zijn essentieel om je tests herbruikbaar en aanpasbaar te maken voor verschillende configuraties (zoals ontwikkeling, test, acceptatie, productie). Je basis-URL en token zijn hier perfecte voorbeelden van. --- ### 2. Organisatie van Variabelen: Omgevings- vs. Globale Variabelen Het is cruciaal om een duidelijk onderscheid te maken tussen deze twee. #### **Omgevingsvariabelen (Environment Variables)** * **Gebruik:** Voor waarden die **specifiek zijn voor één omgeving** (bv., `dev`, `test`, `production`). * **Jouw voorbeeld:** * `baseURL`: `https://api.dev.example.com` (ontwikkeling) vs. `https://api.prod.example.com` (productie) * `token`: Het toegangstoken voor die specifieke omgeving. * **Andere veelvoorkomende voorbeelden:** `port`, `username`, `api_key`, `version`. #### **Globale Variabelen (Global Variables)** * **Gebruik:** Voor waarden die **constant zijn across alle omgevingen**. Wees hier zuinig mee, want ze kunnen omgevingsspecifieke instellingen overschrijven. * **Voorbeelden:** * Een standaard time-out waarde. * Een vaste `customerId` die je in alle tests gebruikt. * Een hash-waarde of een stukje code dat nergens van afhangt. **Conclusie:** Je `baseURL` en `token` horen thuis in **omgevingsvariabelen**, niet in globale variabelen. --- ### 3. Praktische Stap-voor-Stap Setup #### **Stap 1: Maak je Eerste Omgeving Aan** 1. Klik op het oogje (👁️) "Environment quick look" in de rechterbovenhoek van Postman. 2. Klik op **"Add"**. 3. Geef je omgeving een duidelijke naam, bv. `Example API - Dev`. 4. Voeg twee variabelen toe in de tabel: * **Variable:** `baseURL` | **Initial Value:** `https://api.example.com` | **Current Value:** `https://api.example.com` * **Variable:** `token` | **Initial Value:** `abc123` | **Current Value:** `abc123` 5. Klik op **"Add"** om de omgeving op te slaan. 6. **Selecteer deze nu actieve omgeving** in de dropdown-lijst rechtsboven. #### **Stap 2: Gebruik de Variabelen in je Requests** Vervang nu de vaste waarden in je requests door de variabelen met dubbele accolades `{{...}}`. * **URL:** `{{baseURL}}/v1/users` (Postman zal dit automatisch vervangen door `https://api.example.com/v1/users`) * **Header (bijv. Authorization):** Key: `Authorization`, Value: `Bearer {{token}}` #### **Stap 3: Maak een Tweede Omgeving Aan (bv. voor Productie)** 1. Ga weer naar het omgevingsmenu (👁️) en klik op **"Add"**. 2. Noem deze `Example API - Production`. 3. Gebruik dezelfde **variabelenamen** (`baseURL`, `token`), maar met andere **waarden**: * `baseURL`: `https://api.prod.example.com` * `token`: `xyz789` (een ander, productie-token) 4. Sla op. Je kunt nu tussen `Dev` en `Production` wisselen zonder je requests aan te passen! --- ### 4. Automatiseren van het Wisselen tussen Omgevingen Dit is waar de kracht van Postman echt naar voren komt, vooral voor testscenario's. #### **Optie A: Handmatig Wisselen (Snel en Eenvoudig)** Gebruik de dropdown-lijst rechtsboven om handmatig tussen je gedefinieerde omgevingen (bv. `Dev`, `Test`, `Production`) te wisselen. Perfect voor snelle checks. #### **Optie B: Automatisch wisselen via Collection Runs (Krachtig voor Testscenario's)** Wanneer je een **Collection Runner** gebruikt of je tests via **Nieuwman CLI** uitvoert, kun je de omgeving specificeren. 1. **In de Collection Runner:** * Selecteer je collection. * Kies direct de gewenste omgeving uit de "Environment" dropdown. * Start de run. Alle requests gebruiken nu de variabelen uit de geselecteerde omgeving. 2. **Via Scripts (Meest Dynamische en Krachtige Methode)** Je kunt **pre-request** of **test scripts** gebruiken om variabelen dynamisch in te stellen of zelfs omgevingen te "emuleren". * **Voorbeeld: Automatisch Token Ophalen:** Schrijf een test script in een inlog-request dat het ontvangen token automatisch in de omgeving opslaat. ```javascript // Plaats dit in de "Tests" tab van je inlog-request if (pm.response.code === 200) { const jsonData = pm.response.json(); // Sla het token op in de huidige actieve omgeving pm.environment.set("token", jsonData.access_token); console.log("Token is opgeslagen voor deze omgeving: " + jsonData.access_token); } ``` Nu wordt je `{{token}}` variabele automatisch bijgewerkt elke keer je de inlog-request succesvol uitvoert. * **Voorbeeld: Voorwaardelijk Schakelen:** Je kunt logic aanmaken om variabelen aan te passen op basis van een conditie. ```javascript // Stel de baseURL in op basis van een globale vlag if (pm.globals.get("env") === "production") { pm.environment.set("baseURL", "https://api.prod.example.com"); } else { pm.environment.set("baseURL", "https://api.dev.example.com"); } ``` #### **Optie C: Met de Newman CLI (Voor CI/CD)** Wanneer je Postman Collections automatiseert in een pipeline (bijv. Jenkins, GitLab CI), gebruik je Newman. Hier geef je de gewenste omgeving mee als argument: ```bash newman run my_collection.json -e my_environment.json ``` (`-e` staat voor environment). Je exporteert eerst je omgeving vanuit Postman via het omgevingsmenu (👁️) -> "Download as JSON". --- ### 5. Aanvullende Best Practices * **Initial vs. Current Value:** De "Initial Value" is de standaard waarde. De "Current Value" is de actieve waarde, die kan worden overschreven door scripts. Dit is handig voor tokens die verlopen. * **Geheimen Bewaken:** Plaats **nooit** echte productietokens of wachtwoorden als "Initial Value" als je je omgeving deelt of versioneert. Gebruik hiervoor de "Current Value" of plaats een placeholder (bv. `{{prod_token}}`) en vul deze handmatig in. Overweeg ook Postman's **secret variables**. * **Geneste Variabelen:** Je kunt variabelen in andere variabelen gebruiken. Bijv.: Maak een variabele `version` en gebruik dan `{{baseURL}}/{{version}}/users` in je request. Door deze structuur aan te houden, maak je je testwerkflow veel robuuster, onderhoudbaarder en schaalbaar.