Zeker, hier is een uitgebreide versieerstrategie voor jouw hexagonale architectuur binnen het e-commerce domein, gericht op het waarborgen van backward compatibiliteit en het minimaliseren van verstoringen tijdens updates: 1. Versiebeheerprincipes vastleggen - Backward Compatibility: Zorg dat nieuwe versies compatibel blijven met oudere clients en adapters, tenzij expliciet aangegeven. - Incremental Updates: Voer kleine, gecontroleerde wijzigingen door om risico’s te beperken. - Transparantie: Communiceer versiewijzigingen duidelijk naar alle stakeholders. 2. Versiebeheer voor poorten en adapters - Versie-indeling: Gebruik semantische versieerwijze (MAJOR.MINOR.PATCH). - MAJOR: Wijzigingen die niet backward compatibel zijn. - MINOR: Toevoegingen die backward compatibel zijn. - PATCH: Kleine bugfixes en verbeteringen. - Versie-indicatoren in interfaces: Implementeer versieaanduidingen in de API-definities (bijvoorbeeld via URL-paths, headers of metadata). - Adapter- en poortversies scheiden: Beheer versies van adapters en poorten apart zodat updates gecontroleerd en getraceerd kunnen worden. 3. Compatibiliteitsstrategieën - Deprecated methodes: Mark verouderde methodes als deprecated en plan hun uitfasering met duidelijke communicatie. - Adapter strategieën: - Multiple adapters: Ondersteun meerdere versies van een adapter tegelijk. - Adapter wrapping: Gebruik adapters die oude versies ondersteunen naast nieuwe. - Versie-negotiatie: Implementeer versie-onderhandeling tussen componenten (bv. via headers). 4. Release- en wijzigingsbeheer - Feature toggles: Gebruik feature toggles om nieuwe functies geleidelijk te introduceren en te testen. - Backward compatible upgrades: Voer upgrades uit die geen bestaande functionaliteit breken. - Rollback-plannen: Zorg dat je snel kunt terugkeren naar een vorige stabiele versie indien nodig. 5. Test- en validatieprocessen - Compatibility testing: Test nieuwe versies uitgebreid met oudere clients en adapters. - Contract testing: Gebruik contract tests om te garanderen dat interfaces niet onbedoeld breken. 6. Documentatie en communicatie - Versiegeschiedenis: Houd een changelog bij met details over backward compatibility. - Communiceer veranderingen tijdig: Informeer ontwikkelaars en stakeholders over aankomende wijzigingen. 7. Governance en proces - Versiebeheerbeleid: Stel vast wanneer en hoe nieuwe versies worden vrijgegeven. - Reviewproces: Betrek architecten en ontwikkelaars bij het beoordelen van breaking changes. 8. Voorbeeld implementatie - In je API endpoints: Bijvoorbeeld /api/v1/gebruiker_dienst en /api/v2/gebruiker_dienst, waarbij clients aangeven welke versie ze gebruiken. - In code: Gebruik interface-annotaties of metadata om versies te specificeren. Door deze aanpak te volgen, zorg je dat je hexagonale architectuur flexibel blijft, compatibel is over versies heen, en verstoringen tijdens updates tot een minimum worden beperkt.

Zeker, hier is een uitgebreide versieerstrategie voor jouw hexagonale e-commerce architectuur, afgestemd op backward compatibiliteit en gefocust op adapters en poorten. ### Uitgangspunten van de Strategie 1. **Semantische Versionering (SemVer):** We hanteren `MAJOR.MINOR.PATCH`. * **PATCH (b.v., 1.0.0 → 1.0.1):** Alleen achterwaarts compatibele bugfixes. Geen wijzigingen in poortinterfaces. * **MINOR (b.v., 1.0.0 → 1.1.0):** Nieuwe, achterwaarts compatibele functionaliteit. Wijzigingen in poorten zijn toegestaan, maar bestaande contracten worden niet verbroken. * **MAJOR (b.v., 1.0.0 → 2.0.0):** Niet-achterwaarts compatibele wijzigingen. Gebruikt wanneer een poortinterface *moet* breken. 2. **De Kern is Heilig:** De applicatielogica in de kern (domein en `gebruiker_dienst`) mag nooit rechtstreeks worden beïnvloed door wijzigingen in externe adapters. Wijzigingen in de kern vereisen een aanpassing van de poorten en adapters, niet andersom. 3. **Poorten definiëren het Contract:** De interfaces van de poorten vormen het stabiele contract tussen de kern en de buitenwereld. Wijzigingen hieraan worden zorgvuldig beheerd. 4. **Adapters zijn Uitwisselbaar:** Primaire adapters (b.v., REST API, CLI) en secundaire adapters (b.v., Database, externe betalingsprovider) kunnen worden geüpdatet, uitgebreid of vervangen, zolang ze het poortcontract maar naleven. --- ### Gedetailleerde Versiebeheer-Aanpak per Architectuurlaag #### 1. De Kern (Domein & Application Services) De kern, met de `gebruiker_dienst`, is de meest stabiele laag. * **`gebruiker_dienst` (Application Service):** * **MINOR versie:** Voeg een nieuwe methode toe (bijv. `zoekGebruikerOpEmail`). Dit breekt geen bestaande code. * **MAJOR versie:** Wijzig de signatuur van een bestaande methode (bijv. een verplichte parameter toevoegen aan `registreerGebruiker`). Dit is een *breaking change*. * **Strategie:** Probeer functionaliteit altijd uit te breiden via nieuwe methodes in plaats van bestaande aan te passen. Gebruik DTO's (Data Transfer Objects) als parameters en retourwaarden voor toekomstige uitbreidingen. * **Domeinentiteiten (bijv. `Gebruiker`, `Bestelling`):** * **MINOR versie:** Voeg een nieuw veld toe (bijv. `telefoonnummer` aan `Gebruiker`). Zorg dat het een default waarde heeft of optioneel is voor backward compatibiliteit. * **MAJOR versie:** Verwijder een veld of wijzig de fundamental gedrag (bijv. de invariant dat een `Bestelling` altijd een `Gebruiker` moet hebben). #### 2. Primaire Adapters (Driving Adapters - b.v. REST API, GraphQL, CLI) Deze adapters roepen de kern aan via de poorten. Zij zijn het "gezicht" van de applicatie. * **REST API - Aanbevolen Strategie: API Versionering in de URL** * **Versiebeheer:** Gebruik een versie in het URL-pad, bijvoorbeeld `/v1/gebruikers` en `/v2/gebruikers`. * **Backward Compatibiliteit:** * Houdt oudere API-versies (`/v1/`) actief na de lancering van `/v2/`. * Communiceer een duidelijke einddatum (deprecation policy) voor verouderde versies naar API-consumenten. * **Voorbeeld van een veilige wijziging:** * **V1:** `POST /v1/gebruikers { "naam": "Jan", "email": "jan@voorbeeld.nl" }` * **V2:** `POST /v2/gebruikers { "naam": "Jan", "email": "jan@voorbeeld.nl", "telefoon": "0612345678" }` <br> *De oude V1 endpoint blijft functioneel voor bestaande clients.* * **Adapter Code:** Elke API-versie (`/v1/`, `/v2/`) kan worden gemapped naar zijn eigen adapterklasse. Beide adapters gebruiken dezelfde, mogelijkerwijs uitgebreide, poort van de `gebruiker_dienst`. * **Andere Primaire Adapters (GraphQL, gRPC, CLI):** * **GraphQL:** Voeg nieuwe velden en types toe zonder breaking changes. Gebruik de `@deprecated` directive om velden af te schaffen. * **gRPC:** Voeg nieuwe velden toe aan berichten. Gebruik `reserved` voor verwijderde velden om conflicten te voorkomen. * **CLI:** Voeg nieuwe commando's en opties toe. Verander de betekenis van bestaande flags niet. #### 3. Secundaire Adapters (Driven Adapters - b.v. Database, Externe APIs) Deze adapters worden aangeroepen door de kern. Wijzigingen hier zijn vaak intern, maar kunnen data-modelwijzigingen vereisen. * **Database Adapter:** * **Strategie: Evolutionaire Database-ontwerp.** * **Backward Compatibiliteit:** * **Voeg kolommen toe:** Gebruik `ALTER TABLE ... ADD COLUMN ...` met een default waarde. De bestaande code blijft werken. * **Hernoem nooit een kolom:** Maak in plaats daarvan een nieuwe kolom aan, migreer de data, en drop de oude kolom pas later. * **Wijzig adaptercode:** De adapter moet om kunnen gaan met zowel de oude als de nieuwe structuur tijdens de migratie. Gebruik feature toggles of vlaggen om nieuwe gedrag gecontroleerd in te schakelen. * **Versiebeheer:** De versie van de database-adapter is gekoppeld aan het schema. Gebruik migratietools (bijv., Flyway, Liquibase) om wijzigingen beheerd en reproduceerbaar uit te rollen. * **Adapter voor een Externe Service (b.v. Betalingsprovider, Emaildienst):** * **Strategie: Abstractie via een Poort.** * **Stel je voor de externe service brengt een breaking change.** 1. **Stap 1:** Creëer een nieuwe versie van de poortinterface (bijv. `BetalingsPoortV2`) en een nieuwe adapter (`ExterneBetalingsAdapterV2`) die de nieuwe API van de provider gebruikt. 2. **Stap 2:** Pas de `gebruiker_dienst` aan om zowel `BetalingsPoortV1` als `BetalingsPoortV2` te ondersteunen, bijvoorbeeld via feature toggles of dependency injection. 3. **Stap 3:** Migreer geleidelijk verkeer van de oude naar de nieuwe adapter. 4. **Stap 4:** Verwijder de oude adapter (`V1`) en poort zodra alle transacties zijn gemigreerd. --- ### Praktisch Uitrolproces voor een Wijziging 1. **Ontwikkel & Test:** Ontwikkel de nieuwe functionaliteit (bijv. `gebruiker_dienst.zoekOpEmail()`). Schrijf adapters voor de nieuwe API-versie (`/v2`). Test uitgebreid naast de bestaande `v1`-stack. 2. **Parallel Uitrollen:** Roll de nieuwe adapter (`/v2` endpoint) en eventuele secundaire adapters uit naast de oude. Gebruik feature toggles om de nieuwe logica in de kern in- of uit te schakelen. 3. **Migratie & Communicatie:** Stuur bestaande API-consumenten een bericht over de nieuwe `v2`-API en de deprecation timeline voor `v1`. 4. **Monitoring:** Houd prestaties en fouten in zowel de oude als nieuwe stroom nauwlettend in de gaten. 5. **Afschaffing:** Nadat alle consumenten zijn gemigreerd naar `v2` en de afgesproken termijn is verstreken, wordt de `v1`-code en de bijbehorende adapter(s) verwijderd. ### Samenvatting De kracht van deze strategie ligt in de scheiding der zorgen die de hexagonale architectuur biedt. Door versiebeheer te koppelen aan de **poorten** en **adapters**, kan de kern (`gebruiker_dienst`) stabiel en eenvoudig blijven. Backward compatibiliteit wordt gewaarborgd door: * **Parallelle uitrol** van adapterversies. * **Evolutionaire wijzigingen** aan data-modellen. * **Uitbreiden, niet wijzigen** van bestaande contracten waar mogelijk. * **Duidelijke communicatie** en deprecation policies naar API-consumenten. Deze aanpak minimaliseert verstoringen volledig, omdat bestaande clients ongestoord door kunnen werken op de oude versie, terwijl nieuwe clients gelijktijdig van de nieuwe functionaliteit gebruik kunnen maken.