Ontwerp een Event-Driven Clean Architecture voor mijn applicatie
description
Met deze prompt krijg je een concrete en moderne aanpak om Clean Architecture te combineren met event-driven ontwerpprincipes. Dit helpt je softwareapplicaties beter schaalbaar en flexibel te maken door loskoppeling en asynchrone communicatie te bevorderen. Het biedt praktische strategieën die verder gaan dan traditionele laagstructuren en verbetert zo onderhoudbaarheid en uitbreidbaarheid.
prompt
Help me een event-driven Clean Architecture te ontwerpen voor mijn softwareapplicatie gericht op <beschrijf het type applicatie of systeem>. Geef aanbevelingen over het def ...
try_prompt
generate_helper
disclaimerOnPageApi
tags
ai_answers
provider: openai
model: gpt-4.1-nano
Natuurlijk! Hier zijn aanbevelingen voor het ontwerpen van een event-driven Clean Architecture voor jouw schaalbare e-commerce platform met meerdere microservices:
1. Definieer duidelijke domeigevents
- Identificeer belangrijke domeinobjecten en gebeurtenissen (bijvoorbeeld: OrderPlaced, PaymentConfirmed, ProductAdded).
- Gebruik een consistente naamgevingsconventie en maak events immutabel.
- Plaats events in een aparte laag of namespace die losstaat van infrastructuur en implementatiedetails.
2. Beheer asynchrone communicatie
- Gebruik message brokers zoals Kafka, RabbitMQ of NATS voor decoupled communicatie.
- Zorg dat services alleen via events communiceren, waardoor ze onafhankelijk blijven.
- Implementeer event sourcing indien relevant om staat en gebeurtenissen historisch te traceren.
3. Toepassen van Clean Architecture principes
- Organiseer je applicatie in lagen: Domain, Application, Infrastructure, en Presentation.
- Plaats domeinlogica en events in de kern (Domain) laag; deze moet geen afhankelijkheden hebben van infrastructuur.
- Laat de Application laag de businessgebruikers en event-exports beheren.
- Houd infrastructuur (zoals messaging, databases) losgekoppeld via interfaces en dependency injection.
4. Schaalbaarheid en loskoppeling bevorderen
- Maak gebruik van event-driven patronen zoals pub/sub voor schaalbare distributie.
- Gebruik event-queues om backpressure te beheren en downtime op te vangen.
- Implementeer idempotentie en foutafhandeling bij eventverwerking.
5. Implementatievoorbeeld
- Een orderservice publiceert een OrderPlaced event zodra een bestelling wordt geplaatst.
- Andere services (zoals inventory, fulfillment) subscriben op dit event en acteren daarop.
- Events worden in een event store opgeslagen voor audit en herstel.
6. Extra aanbevelingen
- Zorg voor schema governance en versiebeheer van events.
- Automatiseer monitoring en logging van event streams.
- Test de loskoppeling en asynchrone flows met mocks en simulaties.
Met deze aanpak creëer je een schaalbare, onderhoudbare en losgekoppelde microservices-architectuur die goed gebruikmaakt van event-driven principes binnen de Clean Architecture.
provider: deepseek
model: deepseek-chat
Zeker, ik help je graag een event-driven Clean Architecture te ontwerpen voor je schaalbare e-commerce platform. Hieronder vind je een uitgebreide uiteenzetting, strikt in het Nederlands.
---
### **Event-Driven Clean Architecture Ontwerp voor E-commerce Platform**
#### **1. Overkoepelende Architectuur & Microservices Opdeling**
Voor een e-commerce platform raad ik de volgende functionele microservices aan, elk met een eigen bounded context:
* **Gebruikersservice:** Registratie, authenticatie, profielbeheer.
* **Productcatalogusservice:** Beheer van producten, categorieën, voorraad (inventory).
* **Bestellingsservice (Order Service):** Het plaatsen, verwerken en volgen van bestellingen.
* **Betalingenservice:** Afhandeling van betalingstransacties (integratie met PSP's).
* **Verzendingsservice (Shipping Service):** Beheer van zendingen, koeriers, tracking.
* **Notificationservice:** Versturen van e-mails, SMS, push-notificaties.
Elke service bezit zijn eigen database (Database per Service pattern) om volledige loskoppeling te garanderen.
#### **2. Toepassing van Clean Architecture per Microservice**
Elke individuele microservice volgt intern de principes van Clean Architecture (de "ui-lagen") om flexibiliteit en onderhoudbaarheid te waarborgen.
**Lagen binnen een service:**
1. **Domain Layer (Entiteiten):**
* Bevat de kernbedrijfslogica en -regels.
* Zuivere objecten zonder afhankelijkheden van frameworks of andere lagen (bijv. `Product`, `Order`, `User` entiteiten met hun gedrag).
* Definieert de **Domain Events** (bijv. `OrderPlacedEvent`, `PaymentReceivedEvent`). Deze events zijn onderdeel van de domeintaal.
2. **Application Layer (Use Cases):**
* Bevat de use cases en applicatielogica. Coördineert de flow tussen entiteiten en externe agents.
* Implementeert Use Case Interactors (Services).
* **Belangrijk:** Deze laag definieert de **interface (abstractie)** voor de buitenste lagen, zoals `IOrderRepository` of `IPaymentGateway`. De implementatie daarvan is in de infrastructuurlaag.
* Deze laag **publiceert** Domain Events naar een Event Bus (via een interface).
3. **Infrastructure Layer (Adapters & Frameworks):**
* Implementeert de interfaces gedefinieerd door de application layer.
* Bevat concrete implementaties voor:
* Database toegang (Repository Implementaties, bijv. `OrderRepository` voor PostgreSQL).
* API Controllers (bijv. REST endpoints met Express.js, Spring MVC, etc.).
* **Event Bus Client:** De concrete implementatie voor het publiceren en consumeren van events (bijv. een RabbitMQ client, Kafka producer/consumer, AWS SNS/SQS).
* Externe API clients (bijv. voor een betalingsprovider).
4. **Interface Layer (Entry Points):**
* Meestal gecombineerd met de infrastructure layer.
* Bevat de REST API controllers, GraphQL resolvers, of event message handlers.
**Richtlijn: Afhankelijkheden** mogen alleen naar binnen wijzen. De Domain Layer kent niets, de Application Layer kent alleen de Domain Layer, en de Infrastructure Layer kent zowel Application als Domain.
---
#### **3. Definiëren van Events**
Events zijn de hoeksteen van je communicatie. Ze moeten duidelijk, beschrijvend en evolutionair zijn.
* **Naamgeving:** Gebruik verleden tijd. De gebeurtenis *is al gebeurd*. Bijv: `OrderPlaced`, `PaymentSucceeded`, `InventoryUpdated`.
* **Inhoud (Payload):**
* Bevat een `eventId` (UUID) voor idempotentie.
* Bevat een `timestamp`.
* Bevat een `eventType` (bijv. "order.placed").
* Bevat de `aggregateId` (bijv. het order-ID waar het om gaat).
* Bevat **alle relevante data** die consumers nodig hebben om hun taak uit te voeren, maar **niet de volledige aggregate**. Bijv.: `OrderPlacedEvent` bevat orderId, klantId, productregels en totaalbedrag, maar niet alle klantgegevens.
* Gebruik een **schema registry** (bijv. met Apache Avro of Protobuf) voor compatibiliteit en evolutie van events.
* **Voorbeelden van Events in jouw platform:**
* Uit **Bestellingsservice:** `OrderPlaced`, `OrderCancelled`
* Uit **Betalingenservice:** `PaymentApproved`, `PaymentDeclined`
* Uit **Productservice:** `InventoryDecreased`, `InventoryReplenished`
---
#### **4. Beheren van Asynchrone Communicatie tussen Lagen & Services**
**Binnen één service (Inter-laag communicatie):**
* De Application Layer (Use Case) declareert een interface (bijv. `IEventPublisher`).
* De Infrastructure Layer implementeert deze interface (bijv. `KafkaEventPublisher`).
* De Use Case roept de interface aan zonder kennis van de concrete implementatie. Dit bevordert testbaarheid (mocken) en vervangbaarheid.
**Tussen microservices (Service-to-Service communicatie):**
* **Gebruik een Message Broker:** Kafka of RabbitMQ zijn uitstekende keuzes voor hun duurzaamheid en schaalbaarheid.
* **Public/Subscribe Model:** Services publiceren events naar topics/exchanges. Andere services subscriben hierop.
* *Voorbeeld:* De **Bestellingsservice** publiceert een `OrderPlacedEvent` naar een topic. De **Betalingenservice** en **Verzendingsservice** subscriben hierop en starten hun processen.
* **Idempotente Consumers:** Zorg dat event consumers idempotent zijn. Verwerk hetzelfde event meerdere keren zonder neveneffecten (controleer `eventId`).
* **Outbox Pattern:** Om database transacties en event publishing atomic te houden, gebruik je het **Transactional Outbox Pattern**. Schrijf het event in een `outbox` tabel in dezelfde database-transactie als je state change. Een separate process (poller of CDC) leest deze tabel en publiceert de events naar de message broker. Dit voorkomt data inconsistentie.
---
#### **5. Aanbevelingen voor Schaalbaarheid en Loskoppeling**
1. **Strikte Loskoppeling via Events:**
* Services kennen elkaar niet rechtstreeks. Ze communiceren uitsluitend via events. Dit vermindert kettingafhankelijkheden en maakt het systeem veerkrachtiger.
2. **Saga Pattern voor Distributed Transactions:**
* Voor processen die meerdere services omvatten (bijv. "Order plaatsen" -> betaling -> verzending), gebruik je **Saga's**.
* Een Saga is een reeks lokale transacties waarbij elke transactie een event publiceert om de volgende te triggeren.
* Implementeer **Choreography-based Sagas**: Elke service luistert naar het event van de vorige en voert zijn eigen actie uit. Dit is zeer losgekoppeld. Voor complexe flows kan **Orchestration** (een centrale orchestrator service) overwogen worden.
3. **API Management & Gateway:**
* Implementeer een **API Gateway** (bijv. Kong, AWS API Gateway) als enig entry point voor clients. Deze handelt zaken af zoals authenticatie, rate limiting, request routing naar de juiste services.
4. **CQRS (Command Query Responsibility Segregation):**
* Overweeg CQRS voor lees-intensieve services zoals de productcatalogus.
* Schrijfcommando's (bijv. product toevoegen) updaten de primaire database en publiceren een event.
* Een apart leesmodel wordt asynchroon bijgewerkt met deze events en is geoptimaliseerd voor queries (snelle response tijden).
5. **Monitoring en Observability:**
* Logging, metrics en distributed tracing (bijv. met Jaeger of Zipkin) zijn **cruciaal**. Je moet een event kunnen volgen door het hele systeem om problemen te debuggen.
6. **Team Structuur:**
* Structureer teams rond de microservices (bijv. "Team Orders", "Team Payments"). Dit bevordert ownership en snellere ontwikkeling.
### **Samenvatende Flow: Een order plaatsen**
1. Client doet een `POST /orders` request naar de API Gateway.
2. Gateway routeert naar de **Bestellingsservice**.
3. De Use Case in de Application Layer:
* Valideert de order.
* **Slaat de order op** in de database (transactie gestart).
* **Publiceert een `OrderPlacedEvent`** (wordt via Outbox Pattern weggeschreven).
* Commit de transactie.
4. Het outbox-process publiceert het event naar een Kafka topic.
5. De **Betalingenservice** (geabonneerd op dit topic):
* Verwerkt het event.
* Start het betalingsproces.
* Publiceert later een `PaymentApprovedEvent`.
6. De **Verzendingsservice** (ook geabonneerd):
* Verwerkt het event en bereidt een zending voor.
7. De **Notificationservice** (geabonneerd op alle events):
* Verstuurt een orderbevestigingsmail naar de klant.
Deze architectuur biedt een robuuste, schaalbare en onderhoudbare basis voor je e-commerce platform. Succes met de verdere uitwerking