Natuurlijk! Hier is een gestructureerde strategie voor het deployen en releasen van jouw Capacitor-app gericht op iOS, inclusief best practices voor versiebeheer, CI/CD, en app store voorbereiding: 1. Versiebeheer - Semantische versieing (semver): Gebruik een duidelijk versiebeheer zoals MAJOR.MINOR.PATCH (bijvoorbeeld 1.2.0). - Branchingstrategie: Werk met branches zoals main/master voor stabiele releases, develop voor integratie, en feature-branches voor nieuwe functies. - Tagging: Tag belangrijke releases in je versiebeheer (bijvoorbeeld git tags) voor eenvoudige terugkoppeling en rollbacks. 2. Continuous Integration (CI) - Automatisering: Stel een CI-pipeline in (bijvoorbeeld met GitHub Actions, GitLab CI, CircleCI of Jenkins). - Build automatisering: - Compileer je Capacitor app en zorg dat alle dependencies up-to-date zijn. - Voer automatische tests uit (unit, integratie). - Code quality: Voeg linting en statische code-analyse toe. - Platform-specific checks: - Controleer of je iOS-project correct buildt voor verschillende simulators en devices. 3. Continuous Deployment (CD) - Automatisering van releases: - Automatisch genereren van build-artifacts (.ipa-bestanden) na succesvolle tests. - Gebruik Fastlane voor het automatiseren van code signing, provisioning profiles en app-store uploads. - Testen: - Automatiseer het uitrollen naar TestFlight voor bèta-testers. - Gebruik tools zoals TestFlight of externe testers voor feedback. - Release naar App Store: - Maak een release candidate en voer handmatige review uit, of automatiseer indien mogelijk. - Gebruik Fastlane voor het uploaden en publiceren van nieuwe versies. 4. Voorbereiding voor App Store inzending - App Store vereisten: - Zorg dat je app voldoet aan Apple’s richtlijnen (privacy, functionaliteit, inhoud). - Update de metadata, screenshots en beschrijvingen in App Store Connect. - Code signing: - Beheer je certificaten en provisioning profiles zorgvuldig, bijvoorbeeld met Fastlane match. - Build configuratie: - Gebruik Release build settings. - Vergeet niet versienummer en buildnummer te updaten volgens semver en Apple’s eisen. - App review: - Voeg uitgebreide release notes toe. - Test je app grondig op verschillende apparaten en iOS-versies. 5. Omgaan met platform-specifieke release-eisen - iOS: - Zorg dat je app voldoet aan de nieuwste iOS-versie-eisen. - Controleer de compatibiliteit met verschillende iOS-versies. - Houd rekening met Apple’s review-richtlijnen en privacybeleid. - Automatisering: - Gebruik Fastlane met dedicated lanes voor iOS, inclusief code signing, build, testen en upload. - Automatiseer het genereren van screenshots en metadata indien mogelijk. 6. Automatiseren van de release pipeline - Integratie: - Koppel je versiebeheer (bijv. Git) aan je CI/CD pipeline. - Scripts: - Schrijf scripts voor het automatisch updaten van versienummers en buildnummer. - Fastlane: - Gebruik Fastlane lanes voor verschillende stappen: - `fastlane ios beta` voor TestFlight. - `fastlane ios release` voor uiteindelijke publicatie. - Monitoring: - Voeg notificaties toe bij succesvolle of mislukte builds. - Gebruik dashboards om de status van releases te volgen. Samenvatting: - Houd je versies semantisch en consistent. - Automatiseer builds, tests, signing en uploads met CI/CD tools en Fastlane. - Test uitvoerig vóór publicatie. - Volg Apple’s richtlijnen en update metadata tijdig. - Automatiseer zoveel mogelijk het proces om betrouwbaarheid en snelheid te verhogen. Indien je meer specifieke voorbeelden of configuraties nodig hebt, help ik je graag verder!

Absoluut. Hier is een uitgebreide handleiding voor het ontwerpen van een robuuste deploy- en release strategie voor je Capacitor iOS app, met aandacht voor best practices en automatisering. --- ### **Overzicht van de Strategie** De strategie rust op drie pijlers: **Versiebeheer**, **Geautomatiseerde CI/CD** en **App Store Voorbereiding**. Het doel is een voorspelbare, reproduceerbare en geautomatiseerde pipeline. --- ### **1. Versiebeheer (Semantic Versioning - SemVer)** Gebruik Semantic Versioning (`MAJOR.MINOR.PATCH`) voor je app. Dit is een standaard die duidelijk communiceert wat voor soort update je uitbrengt. * **`PATCH` (bijv. 1.0.0 → 1.0.1):** Voor achterwaarts compatibele bugfixes. * **`MINOR` (bijv. 1.0.0 → 1.1.0):** Voor nieuwe, achterwaarts compatibele features. * **`MAJOR` (bijv. 1.0.0 → 2.0.0):** Voor incompatibele API wijzigingen. **Hoe implementeer je dit in Capacitor?** Je versie beheer je in twee cruciale bestanden: 1. `package.json`: `"version": "1.0.0"` 2. `ios/App/App.xcodeproj/project.pbxproj` (zoek naar `CURRENT_PROJECT_VERSION` en `MARKETING_VERSION`) **Best Practice:** Automatiseer het bijwerken van deze versies! Gebruik tools zoals `npm version patch|minor|major`. Je kunt een script schrijven dat na het uitvoeren van `npm version` ook de versie in je Xcode project bijwerkt met een tool zoals `agvtool`. --- ### **2. CI/CD Opzetten (Continuous Integration & Deployment)** Automatisering is key voor betrouwbare releases. Populaire (en vaak gratis) opties zijn **GitHub Actions**, GitLab CI/CD, of Bitrise. **Aanbevolen: GitHub Actions Workflow** Maak een bestand aan in je repo: `.github/workflows/ios-release.yml`. **Doelen van de Pipeline:** 1. **Bij elke commit:** Bouw de app en voer tests uit (CI). 2. **Bij een git tag (v1.0.0):** Bouw, archiveer en upload een release candidate naar TestFlight (CD). **Voorbeeld workflow stappen:** ```yaml name: iOS Build and Release on: push: tags: - 'v*' # Trigger de release pipeline alleen bij een nieuwe tag (bv. v1.0.1) jobs: build-and-deploy: runs-on: macos-latest steps: - name: Checkout code uses: actions/checkout@v4 - name: Setup Node.js uses: actions/setup-node@v4 with: node-version: '18' cache: 'npm' - name: Install dependencies run: npm ci - name: Build web assets run: npm run build # of je eigen build commando - name: Sync iOS project run: npx cap sync ios - name: Setup Xcode run: | sudo xcode-select -switch /Applications/Xcode.app xcodebuild -version - name: Install CocoaPods dependencies run: | cd ios/App pod install - name: Increment build number (CFBundleVersion) run: | cd ios/App agvtool new-version -all $(($BUILD_NUMBER + 1)) # Gebruik een run number of timestamp env: BUILD_NUMBER: ${{ github.run_number }} - name: Build and archive for TestFlight run: | cd ios/App xcodebuild -workspace App.xcworkspace -scheme App -destination 'generic/platform=iOS' -archivePath ./build/App.xcarchive archive - name: Export IPA run: | cd ios/App xcodebuild -exportArchive -archivePath ./build/App.xcarchive -exportOptionsPlist ExportOptions.plist -exportPath ./build - name: Upload to TestFlight uses: apple-actions/upload-testflight-build@v1 with: app-path: ./ios/App/build/App.ipa apple-id: ${{ secrets.APPLE_ID }} apple-id-password: ${{ secrets.APPLE_APP_SPECIFIC_PASSWORD }} app-store-connect-issuer-id: ${{ secrets.ASC_ISSUER_ID }} app-store-connect-api-key-id: ${{ secrets.ASC_API_KEY_ID }} app-store-connect-api-key: ${{ secrets.ASC_API_KEY }} ``` **Belangrijke Secrets die je in GitHub moet instellen:** * `APPLE_ID`: Het emailadres van je Apple Developer account. * `APPLE_APP_SPECIFIC_PASSWORD`: Een app-specifiek wachtwoord gegenereerd via appleid.apple.com. * `ASC_ISSUER_ID`, `ASC_API_KEY_ID`, `ASC_API_KEY`: Credentials voor een App Store Connect API Key (aangeraden boven gebruikerswachtwoorden). --- ### **3. Voorbereiding voor App Store Inzending** **a. App Store Connect Configuratie:** * Zorg dat je app-record in App Store Connect is aangemaakt. * Vul alle metadata in: beschrijving, keywords, screenshots (vereist voor elke schermgrootte), support URL, privacy policy URL. * **Advies:** Bewaar je screenshots en app-icon in je repository. Je kunt scripts toevoegen aan je CI pipeline om deze automatisch te genereren vanuit je app of simulator. **b. Xcode Project Configuratie:** * **Signing & Capabilities:** Kies je team en zorg dat "Automatically manage signing" is ingeschakeld. Dit laat Xcode het provisioning profile automatisch regelen. * **Deployment Target:** Kies de minimale iOS versie die je wilt ondersteunen (bijv. iOS 13). Capacitor 5+ ondersteunt iOS 13+. * **`ExportOptions.plist`:** Dit bestand is cruciaal voor het exporteren van de IPA. Het moet de juiste method (`app-store`) en je team ID bevatten. Sla dit bestand op in je `ios/App` directory. ```xml <?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?> <!DOCTYPE plist PUBLIC "-//Apple//DTD PLIST 1.0//EN" "http://www.apple.com/DTDs/PropertyList-1.0.dtd"> <plist version="1.0"> <dict> <key>destination</key> <string>export</string> <key>method</key> <string>app-store</string> <key>teamID</key> <string>YOUR_TEAM_ID_HERE</string> <key>uploadBitcode</key> <false/> <key>uploadSymbols</key> <true/> </dict> </plist> ``` --- ### **4. Omgaan met Platform-specifieke Release-eisen** * **App Review Tijd:** Houd rekening met de reviewtijd van Apple (vaak 24-48 uur, maar kan langer duren). Plan je release hieromheen. Je kunt in App Store Connect een **geplande releasedatum** instellen, zelfs nadat de review is goedgekeurd. * **Phased Release:** Voor MAJOR updates is het verstandig een *Phased Release* in te schakelen. Je app wordt dan over 7 dagen uitgerold aan een steeds groter percentage gebruikers. Dit geeft je tijd om eventuele kritieke bugs te ontdekken voordat iedereen de update heeft. * **TestFlight (Beta Testing):** Gebruik TestFlight uitgebreid voor *externe* testers. Dit is je laatste verdedigingslinie tegen bugs. Je kunt meerdere builds tegelijk in TestFlight hebben staan voor verschillende testgroepen. --- ### **5. Automatiseren van de Release Pipeline** Je workflow is bijna volledig geautomatiseerd. Het enige wat je handmatig doet, is het aanmaken van een Git tag, wat de release in gang zet. **Stappenplan voor een volledige release:** 1. **Lokaal:** Voer `npm version patch` uit. Dit commit en tagt je repository automatisch met `v1.0.1`. 2. **Push:** `git push --follow-tags` (pusht de commit én de nieuwe tag). 3. **Automatisch:** GitHub Actions detecteert de nieuwe tag (`v1.0.1`) en start de workflow. 4. **Automatisch:** De pipeline bouwt, archiveert en uploadt de IPA naar TestFlight. 5. **Handmatig (optioneel):** Test de build in TestFlight. 6. **Handmatig/Geautomatiseerd:** In App Store Connect kun je de build selecteren voor release en de release zelf indienen of plannen. **Volgende niveau automatisering:** Met de App Store Connect API kun je stap 6 ook automatiseren, zodat een nieuwe tag direct leidt tot een ingediende app review. ### **Samenvatting van Tools & Concepten** | Onderdeel | Tool / Standaard | Doel | | :--- | :--- | :--- | | **Versiebeheer** | Semantic Versioning (SemVer) | Duidelijke communicatie over updates | | **CI/CD Platform** | GitHub Actions | Automatisch bouwen, testen en deployen | | **Build Tool** | Xcode Command Line Tools (`xcodebuild`) | Archiveren en exporteren van de app | | **Beta Distribution** | TestFlight (via Apple) | Testen met interne en externe gebruikers | | **Release** | App Store Connect | Beheer van live app en metadata | | **Authenticatie** | App Store Connect API Key | Veilige, geautomatiseerde toegang | Door deze strategie te volgen, creëer je een professionele, schaalbare en low-maintenance release pipeline voor je Capacitor iOS app. Succes met de release