slogan3

Ontwerp een Flutter-app met geavanceerde dependency injection en modulaire servicearchitectuur

description

Met deze prompt kan de gebruiker een moderne Flutter-app architectuur implementeren die code modulariteit, testbaarheid en schaalbaarheid verbetert door gebruik van dependency injection en modulaire services. Het lost problemen op van sterk gekoppelde code en moeilijke tests, en maakt schonere, beter onderhoudbare projecten mogelijk ten opzichte van monolithische of slecht gestructureerde apps.

prompt

Help me een Flutter-app architectuur te ontwerpen die gebruikmaakt van dependency injection frameworks zoals get_it of injectable. Mijn app moet modulaire services ondersteunen waaronder <voer de belangrijkste services of modules ...

try_prompt

generate_helper
disclaimerOnPageApi

ai_answers

provider: openai
model: gpt-4.1-nano
Natuurlijk! Hier is een overzicht voor het ontwerpen van een Flutter-app met dependency injection (DI) frameworks zoals get_it of injectable, gericht op modulariteit, losse koppeling en testbaarheid: ### 1. Basisprincipes - **Dependency Injection (DI):** Zorgt voor loskoppeling door afhankelijkheden via de container te injecteren. - **Modulaire services:** Scheid verschillende functionaliteiten zoals Authenticatie, Dataopslag en API Client in aparte modules. - **Lifecycle management:** Beheer van de levensduur van services (singleton, factory, etc.). --- ### 2. Structuur van het project Een overzichtelijke projectstructuur kan er als volgt uitzien: ``` lib/ ├── core/ │ └── di/ │ └── injector.dart // DI setup en initialisatie ├── modules/ │ ├── authentication/ │ │ ├── auth_service.dart │ │ └── auth_module.dart │ ├── data_storage/ │ │ ├── storage_service.dart │ │ └── storage_module.dart │ └── api/ │ ├── api_client.dart │ └── api_module.dart ├── main.dart └── app.dart ``` --- ### 3. Dependency injection container opzetten **Gebruik van get_it en injectable:** - Installeer de pakketten: ```yaml dependencies: get_it: ^7.2.0 injectable: ^2.0.0 injectable_generator: ^2.0.0 build_runner: ^2.0.0 ``` - Configureer `injectable`: **a. Maak een `injector.dart`:** ```dart // lib/core/di/injector.dart import 'package:get_it/get_it.dart'; import 'package:injectable/injectable.dart'; import 'package:your_app/injector.config.dart'; final getIt = GetIt.instance; @InjectableInit() void configureDependencies() => $initGetIt(getIt); ``` **b. Annotaties toevoegen voor services:** ```dart // lib/modules/authentication/auth_service.dart import 'package:injectable/injectable.dart'; @singleton class AuthService { // Authenticatiemethoden } ``` **c. Generate de DI code:** ```bash flutter pub run build_runner build ``` --- ### 4. Service lifecycle beheer - **Singleton:** Voor services die slechts één instantie nodig hebben (auth, api client). - **Factory:** Voor services die telkens nieuwe instanties moeten maken. - **Lazy singleton:** Pas geïnitieerd bij eerste gebruik, ideaal voor resource-intensieve services. Voorbeeld annotatie: ```dart @injectable class StorageService { // Dataopslag } ``` --- ### 5. Initialisatie en gebruik **In `main.dart`:** ```dart void main() { configureDependencies(); runApp(MyApp()); } ``` **Injecteer services via constructor of get_it:** ```dart class MyWidget extends StatelessWidget { final AuthService authService = getIt<AuthService>(); @override Widget build(BuildContext context) { // Gebruik authService } } ``` --- ### 6. Onderhoudbaarheid en schaalbaarheid - **Modulaire structuur:** Elke module bevat zijn eigen services en configuratie, makkelijk uit te breiden. - **Separate configuratie:** Services worden via annotaties en modules geregistreerd, waardoor je nieuwe services eenvoudig toevoegt. - **Testbaarheid:** Door gebruik van DI kun je gemakkelijk mock services injecteren in tests. - **Lazy loading:** Services worden alleen geladen wanneer nodig, wat prestaties verbetert. --- ### Samengevat - Gebruik `injectable` voor automatische DI code generatie. - Organiseer services per module voor overzicht en onderhoud. - Beheer service-lifecycle via annotaties (`@singleton`, `@injectable`). - Initialiseer DI in `main()` en injecteer afhankelijkheden via constructor of direct get_it calls. - Zorg voor een duidelijke projectstructuur en scheiding van concerns voor schaalbaarheid. Wil je een voorbeeld van een volledige setup of hulp bij specifieke services?
provider: deepseek
model: deepseek-chat
Zeker! Ik help je met een gedegen Flutter-app architectuur met dependency injection. Hier is een complete uitleg in het Nederlands: ## 1. Projectstructuur voor Modulariteit ``` lib/ ├── core/ │ ├── di/ # Dependency Injection configuratie │ │ ├── di.config.dart │ │ └── service_locator.dart │ ├── constants/ │ ├── utils/ │ └── widgets/ ├── features/ │ ├── auth/ # Authenticatie feature module │ │ ├── data/ │ │ ├── domain/ │ │ └── presentation/ │ ├── home/ # Home feature module │ └── profile/ ├── services/ # Kern services │ ├── auth/ │ ├── storage/ │ ├── api/ │ └── models/ └── main.dart ``` ## 2. Dependency Injection Setup met Injectable ### Installatie Voeg toe aan `pubspec.yaml`: ```yaml dependencies: get_it: ^7.6.4 injectable: ^2.1.0 dev_dependencies: injectable_generator: ^2.1.0 build_runner: ^2.4.0 ``` ### Service Locator Setup ```dart // lib/core/di/service_locator.dart import 'package:get_it/get_it.dart'; import 'package:injectable/injectable.dart'; import 'di.config.dart'; final getIt = GetIt.instance; @InjectableInit( initializerName: r'$initGetIt', preferRelativeImports: true, asExtension: false, ) void configureDependencies() => $initGetIt(getIt); ``` ### DI Configuratie ```dart // lib/core/di/di.config.dart import 'package:injectable/injectable.dart'; @module abstract class RegisterModule { @singleton @preResolve Future<SharedPreferences> get prefs => SharedPreferences.getInstance(); @singleton ApiClient get apiClient => ApiClient(); @lazySingleton AuthService get authService => AuthService(); @lazySingleton StorageService get storageService => StorageService(); } ``` ## 3. Service Implementaties ### Authenticatie Service ```dart // lib/services/auth/auth_service.dart @singleton class AuthService { final ApiClient _apiClient; final StorageService _storage; AuthService(this._apiClient, this._storage); Future<bool> login(String email, String password) async { // Implementatie } Future<void> logout() async { // Implementatie } } ``` ### Dataopslag Service ```dart // lib/services/storage/storage_service.dart @singleton class StorageService { final SharedPreferences _prefs; StorageService(this._prefs); Future<void> saveToken(String token) async { await _prefs.setString('auth_token', token); } String? getToken() => _prefs.getString('auth_token'); } ``` ### API Client ```dart // lib/services/api/api_client.dart @singleton class ApiClient { final Dio _dio = Dio(); ApiClient() { _dio.options.baseUrl = 'https://api.jouw-domein.nl'; _dio.interceptors.add(LogInterceptor()); } Future<Response> get(String path) => _dio.get(path); Future<Response> post(String path, dynamic data) => _dio.post(path, data: data); } ``` ## 4. Service Lifecycle Management ### Initialisatie in main() ```dart // lib/main.dart Future<void> main() async { WidgetsFlutterBinding.ensureInitialized(); // DI initialiseren await configureDependencies(); // Services vooraf initialiseren indien nodig await getIt.allReady(); runApp(MyApp()); } ``` ### Environment-specifieke configuratie ```dart @Environment("dev") @singleton class DevConfig implements AppConfig { @override String get baseUrl => "https://dev.api.jouwdomein.nl"; } @Environment("prod") @singleton class ProdConfig implements AppConfig { @override String get baseUrl => "https://api.jouwdomein.nl"; } ``` ## 5. Gebruik in Features ### Feature-specifieke dependencies ```dart // features/auth/presentation/login_viewmodel.dart @injectable class LoginViewModel { final AuthService _authService; final StorageService _storageService; LoginViewModel(this._authService, this._storageService); Future<void> login(String email, String password) async { final success = await _authService.login(email, password); if (success) { // Navigeer naar home } } } ``` ## 6. Testbaarheid ### Mock services voor testing ```dart // test/mocks.dart @RegisterAs(AuthService) @singleton class MockAuthService extends Mock implements AuthService {} @RegisterAs(StorageService) @singleton class MockStorageService extends Mock implements StorageService {} ``` ### Test setup ```dart // test/login_viewmodel_test.dart void main() { late LoginViewModel viewModel; late MockAuthService mockAuthService; late MockStorageService mockStorageService; setUp(() { mockAuthService = MockAuthService(); mockStorageService = MockStorageService(); // DI container voor tests getIt.registerSingleton<AuthService>(mockAuthService); getIt.registerSingleton<StorageService>(mockStorageService); viewModel = LoginViewModel(); }); test('Login succesvol', () async { when(mockAuthService.login(any, any)) .thenAnswer((_) async => true); await viewModel.login('test@email.nl', 'wachtwoord'); verify(mockAuthService.login('test@email.nl', 'wachtwoord')).called(1); }); } ``` ## 7. Build Commands ```bash # Genereer DI code flutter pub run build_runner build # Of voor development met auto-rebuild flutter pub run build_runner watch ``` ## 8. Best Practices 1. **Interface segregation**: Definieer interfaces voor services 2. **Constructor injection**: Gebruik altijd constructor injection 3. **Environment awareness**: Gebruik verschillende configuraties per environment 4. **Lazy loading**: Gebruik `@lazySingleton` voor zware services 5. **Dispose pattern**: Implementeer `dispose()` voor services die resources moeten vrijgeven Deze architectuur biedt: - **Losse koppeling** via dependency injection - **Eenvoudige testbaarheid** met mock services - **Modulariteit** via feature-based structuur - **Schaalbaarheid** door duidelijke scheiding van concerns - **Onderhoudbaarheid** via consistente projectstructuur Start met deze basis en breid uit naarmate je app groeit!