Om een schaalbare Ansible-rol te ontwerpen die voldoet aan je eisen, kun je de volgende structuur en best practices toepassen: 1. directory-structuur Organiseer je rol volgens de standaard Ansible-conventies: ```plaintext your_role/ ├── defaults/ │ └── main.yml ├── vars/ │ └── main.yml ├── tasks/ │ └── main.yml ├── handlers/ │ └── main.yml ├── templates/ │ └── apache2.conf.j2 └── meta/ └── main.yml ``` 2. Variabelen structureren Gebruik `defaults/main.yml` voor standaardwaarden en `vars/main.yml` voor omgeving-specifieke variabelen indien nodig. Voor verschillende omgevingen (development, staging, productie) kun je aparte variabelenbestanden maken of gebruik maken van `inventory`-groepen. Bijvoorbeeld in `defaults/main.yml`: ```yaml --- apache_package_name: apache2 apache_service_name: apache2 ``` Voor omgeving-specifieke variabelen, bijvoorbeeld in `group_vars/development.yml`, `group_vars/staging.yml`, `group_vars/production.yml`: ```yaml # group_vars/development.yml apache_port: 8080 ``` ```yaml # group_vars/production.yml apache_port: 80 ``` 3. Taken structureren In `tasks/main.yml` kun je taken opsplitsen en conditioneel uitvoeren op basis van variabelen: ```yaml - name: Installeer Apache apt: name: "{{ apache_package_name }}" state: present notify: restart apache - name: Configureer Apache template: src: apache2.conf.j2 dest: /etc/apache2/apache2.conf notify: restart apache ``` 4. Handlers gebruiken In `handlers/main.yml` definieer je acties die worden getriggerd door notificaties: ```yaml - name: restart apache service: name: "{{ apache_service_name }}" state: restarted ``` 5. Templates Gebruik Jinja2-templates om configuraties aan te passen op basis van variabelen: ```jinja2 # templates/apache2.conf.j2 Listen {{ apache_port }} # Voeg meer configuraties toe afhankelijk van je behoeften ``` 6. Omgevingspecifieke variabelen Gebruik inventory-groepen of variabelenbestanden om verschillende configuraties te beheren, bijvoorbeeld: ```ini # hosts [development] dev1.example.com [staging] stage1.example.com [production] prod1.example.com ``` En in `group_vars/` kun je per groep variabelen definiëren. 7. Samenvatting - Gebruik `defaults/main.yml` voor basiswaarden. - Maak gebruik van `group_vars/` voor omgeving-specifieke variabelen. - Structureer taken in `tasks/main.yml`, mogelijk opgesplitst in meerdere bestanden. - Gebruik handlers voor herstarten van diensten. - Maak gebruik van templates voor dynamische configuraties. - Gebruik inventory-groepen om verschillende omgevingen te onderscheiden en aan te passen. Door deze aanpak te volgen, wordt je rol schaalbaar, herbruikbaar en makkelijk te beheren voor meerdere omgevingen.