Natuurlijk! Hier is een overzicht van hoe je een REST API kunt ontwerpen die het Backward Compatibility Design Pattern toepast voor een productinformatie service in een webshop: 1. Versiebeheer - URL-versie: Voeg de versie toe aan de URL, bijvoorbeeld: - `/api/v1/products` (oudere versie) - `/api/v2/products` (nieuwe versie) - Header-versie: Gebruik een custom header zoals `API-Version: 1` of `Accept` headers: - Bijvoorbeeld: `Accept: application/vnd.webshop.v1+json` 2. Endpoint-structuur - Consistent en eenvoudig: - `/api/v1/products` voor productlijst op versie 1 - `/api/v2/products` voor verbeterde of uitgebreide functionaliteit - Bij het introduceren van nieuwe features, behoud oude endpoints of zorg dat ze niet breken: - Bijvoorbeeld, als je een nieuw veld toevoegt, voeg dit toe aan de nieuwe versie, terwijl de oude versie hetzelfde blijft. 3. Data en response-structuur - Houd de responsstructuur consistent tussen versies, zodat clients die oude versies gebruiken niet breken. - Voeg nieuwe velden toe in de nieuwe versies zonder de oude te verwijderen. - Bijvoorbeeld: ```json // V1 respons { "id": 123, "naam": "Product A", "prijs": 10.99 } // V2 respons (toegevoegd nieuw veld) { "id": 123, "naam": "Product A", "prijs": 10.99, "beschrijving": "Een lekker product" } ``` 4. Foutafhandeling - Gebruik consistente foutcodes en berichten: - Bijvoorbeeld: ```json { "error": "invalid_request", "message": "De parameter 'id' ontbreekt." } ``` - Bij een onjuiste API-versie: ```json { "error": "unsupported_version", "message": "De gevraagde API-versie 'v3' wordt niet ondersteund." } ``` - Zorg dat oudere clients nog steeds correcte foutmeldingen ontvangen zonder dat de API breekt. 5. Deprecatie en migratie - Communiceer duidelijk over het deprecatieplan voor oude versies. - Bied een overgangsperiode waarin beide versies ondersteund worden. - Documenteer welke endpoints en versies nog actief zijn. 6. Voorbeeld van een consistente aanpak - Oudere client gebruikt `/api/v1/products/123` - Nieuwe client gebruikt `/api/v2/products/123` of een header - Als je een nieuwe veld toevoegt, blijft `/api/v1/products/123` hetzelfde, zodat oude clients niet worden gebroken. Door deze principes te volgen, zorg je dat je API backward compatible blijft en dat nieuwe versies zonder problemen kunnen worden geïntroduceerd, terwijl bestaande clients blijven functioneren.

Zeker, ik help je graag een toekomstbestendige REST API te ontwerpen met behulp van het Backward Compatibility Design Pattern. Hieronder vind je een uitgebreide uitleg, specifiek toegespitst op jouw productinformatieservice voor een webshop. --- ### **Kernprincipe: Backward Compatibility (Achterwaartse Compatibiliteit)** Het centrale idee is dat **nieuwe versies van je API altijd moeten blijven werken met oude clients** zonder dat deze clients verplicht moeten worden aangepast. Nieuwe functionaliteit wordt toegevoegd, maar bestaande functionaliteit en responsestructuren worden nooit verwijderd of op een brekende manier aangepast. --- ### 1. Versiebeheer (Versioning Strategie) Gebruik **URI Versioning** (versie in de pad) of **Header Versioning** (bv. `Accept: application/vnd.uwapi.v1+json`). URI Versioning is het duidelijkst en meest voorspelbaar voor clients. **Aanbevolen aanpak:** * **Basis-URL:** `https://api.jouwwebshop.nl/` * **Versie in pad:** `https://api.jouwwebshop.nl/v1/products` * **Standaardversie:** Laat aanroepen naar de root (`/products`) altijd doorverwijzen naar de laatste stabiele versie (bijv. `/v2/products`), maar forceer clients expliciet een versie te kiezen voor betrouwbaarheid. **Voorbeeld in praktijk:** * Client v1 roept aan: `GET /v1/products/123` → Deze call moet **voor altijd** werken. * Je introduceert v2: `GET /v2/products/123` → Voegt nieuwe velden toe. * De oude v1-client blijft `/v1/products/123` aanroepen en krijgt de vertrouwde response, zonder de nieuwe velden van v2. --- ### 2. Endpoint Structuren & Evolutie Laten we het endpoint `/products` als voorbeeld nemen. **Versie 1 (V1) - Initiële implementatie:** ```http GET /v1/products/123 Accept: application/json ``` **Response Body V1:** ```json { "id": 123, "name": "Wireless Headphones", "price": 79.99, "category": "audio", "inStock": true } ``` **Hoe introduceer je nu een nieuwe versie (V2) ZONDER V1 te breken?** **Scenario 1: Een nieuw veld toevoegen (bv. `description` en `brand`)** * **V2 Endpoint:** `GET /v2/products/123` * **Response Body V2:** ```json { "id": 123, "name": "Wireless Headphones", "description": "Hoogwaardige headphones met noise-cancelling", // <- NIEUW "brand": "SoundMax", // <- NIEUW "price": 79.99, "category": "audio", "inStock": true } ``` * **Compatibiliteit:** De V1-client blijft exact dezelfde response krijgen als voorheen, zonder de nieuwe velden `description` en `brand`. De server verwijdert deze velden specifiek voor V1-responses. **Scenario 2: Een veld hernoemen of herstructureren (BV: `price` -> `pricing`)** * **Doe dit NOOIT door het oude veld te verwijderen.** * **Goede aanpak (Additive Change):** Voeg het nieuwe veld toe en houd het oude veld voor compatibiliteit. * **Response Body V2:** ```json { "id": 123, "name": "Wireless Headphones", "price": 79.99, // <- Blijf dit aanbieden voor V1-clients "pricing": { // <- Nieuwe, rijkere structuur voor nieuwe clients "retailPrice": 79.99, "currency": "EUR", "salePrice": 69.99 }, "category": "audio", "inStock": true } ``` **Scenario 3: Een verplicht veld optioneel maken** * Dit is een niet-brekende wijziging. Oude clients vullen het altijd in, nieuwe clients kunnen het weglaten. **Scenario 4: Een endpoint uitfaseren** * **NOOIT** direct verwijderen. * Eerst markeren als `deprecated` in de documentatie en via een `Deprecation` header in de response. * Later retourneer je een `410 Gone` statuscode, maar alleen nadat je lange tijd hebt aangekondigd dat het endpoint komt te vervallen. --- ### 3. Foutafhandeling (Error Handling) Consistente en versiebewuste foutafhandeling is cruciaal. **Principe:** De structuur van foutresponses mag tussen versies niet veranderen op een brekende manier. **Standaard Foutresponse (V1 & V2):** ```http HTTP/1.1 404 Not Found Content-Type: application/json ``` ```json { "error": { "code": "product_not_found", // Machine-leesbare error code "message": "Het product met ID 999 kon niet worden gevonden.", // Mens-leesbaar bericht "requestId": "a1b2c3d4e5" // Unieke ID voor tracing } } ``` **Hoe pas je foutafhandeling aan?** * **Nieuwe foutcodes toevoegen:** Geen probleem. Oude clients weten niet wat ze betekenen, maar hun basislogica om `code` te checken breekt niet. * **Bestáánde foutcodes aanpassen:** **Vermijd dit.** De betekenis van een `code` zoals `invalid_input` moet consistent blijven. Voeg liever een nieuwe, specifiekere code toe (bv. `invalid_price_format`) naast de bestaande algemene code. --- ### 4. Praktische Implementatiestrategie 1. **Routing en Controllers:** * Structureer je code met versies. Bijv.: `/app/controllers/v1/ProductController.js` en `/app/controllers/v2/ProductController.js`. * Laat je V2-controller overerven van de V1-controller of gebruik gedeelde services om dubbele code te voorkomen. 2. **Response Mapping:** * Gebruik een "Response Mapper" of "View" laag. Deze laag is verantwoordelijk voor het vormgeven van de JSON-response op basis van de aangevraagde API-versie. * Voor `GET /v1/products/123` haalt de service de volledige dataset (inclusief `brand` en `description`) op, maar de V1-mapper filtert deze velden eruit voordat de response wordt teruggestuurd. 3. **Documentatie:** * Documenteer elke versie apart. Maak duidelijk welke endpoints en velden beschikbaar zijn in v1, v2, etc. * Markeer afgeschafte endpoints en velden duidelijk als `DEPRECATED`. ### **Samenvatting van de regels:** * **Regel 1: Alleen toevoegen, nooit verwijderen.** Voeg nieuwe endpoints en nieuwe velden aan bestaande endpoints toe. Verwijder nooit iets. * **Regel 2: Wijzig nooit de betekenis van bestaande velden.** De semantiek van `price` moet altijd dezelfde blijven. * **Regel 3: Maak optionele velden nooit verplicht.** Dit zou bestaande clients breken die dat veld niet meesturen. * **Regel 4: Houd foutresponses consistent.** Wijzig de structuur niet en hergebruik bestaande foutcodes consistent. Door deze patronen te volgen, kunnen nieuwe clients genieten van de rijkere functionaliteit van `v2`, terwijl oude, misschien niet meer onderhouden clients van de webshop, jarenlang onverstoord door kunnen werken met `v1`, wat een soepele en risicovrije overgang garandeert.